Informatie voor artsen

Welkom op dit stukje van onze website met extra achtergrondinformatie voor artsen.
Isala is een grootschalig citizenscience onderzoek waarbij de Universiteit Antwerpen voor de eerste keer op grote schaal het vrouwelijk microbioom in Vlaanderen in kaart wilde brengen. We hebben vooral aandacht voor het vaginale microbioom, maar kijken ook bij een deel van de vrouwen naar het microbioom van de huid rond de tepel, ter hoogte van de lies en rond en in de mond. Isala probeert ook actief bepaalde taboes rond vrouwelijke en vaginale gezondheid te doorbreken en beter bespreekbaar te maken. Bekijk hiervoor eens onze gesprekstarters.

Het Isala project is een fundamenteel onderzoeksproject dat gebruik maakt van actieve betrokkenheid van burgers (citizen science). Daar hoort ook feedback bij met persoonlijke onderzoeksresultaten.  Mogelijk vraagt één van uw patiënten advies rond haar persoonlijk resultaat. Daarom willen we op deze pagina nog wat extra achtergrondinformatie geven. 

Onze deelneemsters werden op verschillende momenten tijdens het Isala onderzoek geïnformeerd dat er op geen enkel moment een ‘diagnose’ kan gesteld worden.

Deelname aan Isala vervangt op geen enkele manier de regelmatige, gynaecologische controle. We moedigen vrouwen in al onze communicatie aan om hun vertrouwde arts te contacteren wanneer ze klachten ervaren of zich ergens zorgen over maken. 

Deze website is intussen uitgegroeid tot een belangrijk informatiepunt over vrouwelijke gezondheid, volgens de principes van goed burgeronderzoek, proberen we behoorlijk complexe wetenschappelijke informatie op een toegankelijke manier te brengen. De informatie hier schreven we aanvullend, specifiek voor artsen.

Wat is het microbioom?

Dit is de verzameling van alle micro-organismen die op de mucosale oppervlakken in ons lichaam leven, gaande van de darm, tot de huid, onze mondholte, onze luchtwegen en dus ook de vagina. Al deze micro-organismen coderen voor heel wat unieke genen, die bijdragen tot de werking van ons lichaam. Bijvoorbeeld door verteringsenzymen of vitamines aan te maken of moleculen die ongewenste pathogenen kunnen uitschakelen. De voorbije 15 jaar is er een enorme vooruitgang geboekt in de DNA analysetechnieken om deze micro-organismen in kaart te brengen. Iedere plaats op het menselijk lichaam wordt gekenmerkt door een aantal frequent voorkomende bacteriële species en eigenschappen van deze species. Maar, daarbinnen bestaat er tussen individuen meestal nog veel variatie. Tot hiertoe is vooral het microbioom van de darm in kaart gebracht. Misschien heb je wel meegedaan aan het Vlaamse Darmflora project. Isala wil nu dus vooral het vaginale microbioom in kaart brengen. Lees je graag meer over het microbioom? Dit is een leuk cahier.

Wat weten we al over het vaginale microbioom?

Het vaginale microbioom is uiteraard belangrijk voor de gezondheid van vrouwen, maar dat niet alleen. Zo hebben hun partners ook alle baat bij een gezond microbioom. En ook hun kinderen. Bij een vaginale bevalling en geboorte vormen de bacteriën uit de vagina van de moeder namelijk de eerste bacteriën waarmee pasgeborenen in contact komen. Het microbioom van die baby’s verandert snel op alle lichaamsoppervlakken, maar het belang van die eerste ‘kolonisten’ kan niet onderschat worden.

We weten nog niet goed van waar de bacteriën in de vagina allemaal vandaan komen. Wel vormen de bacteriën in de darm een belangrijke bron en dat is los van veel of weinig hygiëne. Om een bepaalde plaats in ons lichaam goed te koloniseren moeten de bacteriën die er terecht komen daar ook goed kunnen overleven en groeien. In de vagina lijkt het oestrogeenniveau een belangrijke factor die bepaalt welke bacteriën er goed kunnen groeien. Een stijging van de hoeveelheid oestrogeen zorgt voor een toename in de vrijzetting van glycogeen door vaginale epitheelcellen. Wanneer er geen zuurstof aanwezig is in de omgeving wordt het glucose uit glycogeen omgezet tot melkzuur. Dit proces noemen we fermentatie. Lactobacillen zijn experten in dergelijke fermentatie reacties. Soorten zoals Lactobacillus crispatus, Lactobacillus iners, Lactobacillus jensenii en Lactobacillus gasseri blijken vooral een selectief voordeel in de vagina. Hun productie van melkzuur resulteert in een lage vaginale zuurtegraad, met name pH 4-5. Dit wordt vaak gezien als een indicator voor een gezonde vagina. Maar een gezonde vagina is natuurlijk meer dan alleen melkzuur. Alle metabolieten die het vaginale microbioom aanmaakt kunnen in principe een effect hebben op de fysiologie en gezondheid van vrouwen.

Bij een verstoring van de vaginale flora, meestal bij een verhoging van de pH, treedt er bacteriële vaginose (BV) op, waarbij er ook minder lactobacillen voorkomen. De meeste schattingen spreken van ca. 30% van de vrouwen die BV zouden hebben. BV gaat vaak gepaard met een onaangenaam geurende vaginale afscheiding, maar niet alle vrouwen hebben symptomen of er last van. Bij BV is de vagina meestal overgroeid door anaerobe micro-organismen, zoals Gardnerella vaginalis. Er is ook een meer inflammatoire variant, aerobe vaginitis (of AV) waarbij het totale aantal bacteriën is afgenomen, samengaand met een toename in aerobe species zoals Groep B Streptokokken (GBS, Streptococcus agalactiae). Een verstoring van de vaginale flora wordt in verband gebracht met een aantal complicaties, zoals een verhoogd risico op zwangerschapscomplicaties en verminderde vruchtbaarheid. 

Een aantal studies spreken ook van meer vatbaarheid voor verschillende urogenitale aandoeningen en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) bij BV. Maar voor heel veel van die associaties is er nog onvoldoende bewijs dat een verstoord vaginaal microbioom (mee aan) de oorzaak ligt. Daarom is een project zoals Isala ook zo belangrijk. Het biedt uniek referentiemateriaal van een algemene doorsnede van de vrouwelijk populatie (met die bemerking dat deze doorsnede niet noodzakelijk op elk vlak representatief is), inclusief vrouwen met en zonder vaak voorkomende vaginale klachten. Al is de groep zonder klachten veruit de grootste.

Welke informatie krijgen de Isala deelneemsters?

Elke participant krijgt het resultaat van de DNA sequencing van de bacteriën die we terugvonden op hun zelf afgenomen vaginale swab. We vermenigvuldigden hiervoor een stukje van het 16S rRNA gen dat bij alle bacteriën voorkomt en dat unieke info bevat over de taxonomie van de aanwezige bacteriën. 

Maar – en dit is heel belangrijk voor jullie als arts – we kunnen niet altijd de soort en dus zeker ook niet de stam en de virulentie van de aanwezige bacteriën bepalen. Zo weten we voor de vrouwen die Streptococcus, Gardnerella of Prevotella als dominante soorten hebben in hun vagina, niet of het gaat om een eerder ongunstige of mogelijks voordelige variant. De vrouwen die wat meer van deze bacteriën hebben en minder Lactobacillus crispatus, Lactobacillus iners, Lactobacillus gasseri of Lactobacillus jensenii moeten zich dus niet direct ongerust maken.

De samenstelling van het microbioom drukken we meestal uit in relatieve abundantie cijfers. Voor Isala kozen we ervoor om vrouwen in te delen op basis van de meest voorkomende (meest abundante) bacteriesoort in hun vagina, alsook de info mee te geven over de andere bacteriën die mee de top 8 van hun vaginale microbioom uitmaken. Na grondige statistische en bio-informatische analyse van de data van meer dan 3300 vrouwen die een vaginale swab gaven, kwamen we immers uit op 8 meest voorkomende soorten in de vagina.

Belangrijk: de resultaten geven geen diagnose of waardeoordeel over de status van het vrouwelijke microbioom van de participant. We hebben immers enkel een observationele studie gedaan. In deze fase van het onderzoek hebben we zelfs nog geen verbanden gelegd met levensstijl of gezondheidsindicatoren. Het vaginale microbioom is ook zeer dynamisch. De stalen werden in de zomer van 2020 afgenomen: er is een grote kans dat de samenstelling ondertussen al weer anders is. Vaginale types zijn dan ook niet vergelijkbaar met bloedgroepen die vastliggen. Je kan de analyse van het vaginale microbioom best eerder zien als een bloedanalyse naar bijvoorbeeld bloedwaarden van een patiënt.

Opgelet, de sequencing lukt ook niet altijd. Dat is geen reden voor vrouwen om ongerust te zijn. Dat ligt meestal aan technische problemen. Want DNA sequencing is niet easy peasy 😊. Het is ook nog een nieuwe tool is, die nog volop onderzocht wordt naar sensitiviteit en specificiteit . De methode is nog niet geaccrediteerd, in vergelijking met de huidige diagnostische tools.

Waar werkt het team van Isala aan voor de toekomst?

In de eerste plaats peilen we nu grondig naar verbanden tussen het vaginaal microbioom en fertiliteit, menstruele cyclus, voeding, hygiëne, etc. Vervolgens plannen we een aantal gecontroleerde interventiestudies om mogelijke (oorzakelijke) verbanden nog verder te bestuderen en te bevestigen. Tenslotte willen we ook echt microbioomtherapieën ontwikkelen. Daarom verzamelden we ook de roze swabs (naast de blauwe swabs voor DNA sequencing): we willen de ‘meest gezonde‘ lactobacillen opkweken en verder ontwikkelen als innovatie biofarmaca. Maar dat is onderzoek dat heel wat jaren en geld nodig heeft.

Dikke merci!