De onderbroek als gouden informatiebron voor seksueel geweldonderzoek?

No means no

Geweldig nieuws! Naast de eerste, grootschalige resultaten die het harde werk van het Isala project van afgelopen jaar heeft getoond, heeft het forensisch dochterproject GeneDoe, ondertussen ook niet stilgestaan. Als masterstudent biomedische wetenschappen mocht ik dit forensisch project afgelopen jaar onder mijn vleugels nemen onder begeleiding van prof. Sarah Lebeer, prof. Ronny Decorte en Sarah Ahannach. En zo mee de eerste stappen zetten in het onderzoek naar microbioom analyse als bijkomend bewijsmateriaal in zaken van seksueel geweld.

In een vorige Isala blogpost haalde Sarah Ahannach de problematiek rond de hoge cijfers van seksueel geweld reeds aan, samen met de nog steeds veel te lage cijfers van werkelijke veroordelingen. Hierin wil het GeneDoe project verandering brengen, door namelijk te onderzoeken of microbioom analyse kan bijdragen als bewijsmateriaal in seksueel geweld zaken. Zo zouden deze zaken mogelijks kunnen steunen op een stevigere fundering om ervoor te zorgen dat er een correct vonnis uitgesproken wordt.

“De helft van de slachtoffers zwijgt uit angst dat niemand hen zal geloven. En ze hebben gelijk, want we geloven hen inderdaad niet. We geloven hen niet omdat wanneer een vrouw vertelt wat er gebeurde, ze ons dingen vertelt die we ons niet kunnen voorstellen, die ons van streek maken, die we niet verwachten te horen, die ons verbazen.“

Inès Hercovich

Excuse me? Microbioom analyse als bewijsmateriaal?

Zaken van seksueel geweld blijken vaak complex, wat zich voornamelijk uit in een laag aantal effectieve veroordelingen. De oorzaak kan liggen in bijvoorbeeld een tekort aan bewijsmateriaal maar ook angst van het slachtoffer om niet geloofd te worden of angst voor het gerechtelijke proces. Een multidisciplinaire aanpak is dus broodnodig om op een optimale manier zo veel mogelijk bewijsmateriaal te kunnen verzamelen en hiermee een zaak zo goed mogelijk te onderbouwen. De verklaringen en fysiek bewijsmateriaal zijn hierin de twee hoofdrolspelers. Fysiek bewijsmateriaal is een verzameling van allerlei mogelijke sporen zoals bijvoorbeeld verwondingen, spermasporen, speekselsporen, haren, enzovoort. Alle sporen hiervan die een biologische oorsprong hebben worden onder de term biologische sporen verzameld. Dit kan bijvoorbeeld speeksel, huidsporen of vaginale afscheiding zijn. Dit zijn meteen ook de soorten biologische sporen waarop we met GeneDoe focussen.

Wanneer sporen verzameld worden op een crime scene, wat bij seksueel geweld zaken vaak het lichaam van het slachtoffer zelf is, maar bijvoorbeeld ook kledij of lakens kunnen zijn, moet er eerst een identificatie van het spoor plaatsvinden. Men gaat na welk soort biologisch materiaal nu precies in het spoor aanwezig is. Daarvoor zijn momenteel verschillende technieken beschikbaar maar deze vertonen in het algemeen wel wat beperkingen. Zo is er veel kans op vals positieve of vals negatieve resultaten, en houden deze technieken weinig rekening met variabiliteit tussen individuen.

Jullie zijn geen newbies meer op vlak van microbioom kennis en ik verbaas jullie dus ook niet met het feit dat we in en op ons lichaam heel wat bacteriën meedragen. Deze bacteriën zijn broodnodig voor het normaal functioneren en het behouden van een gezonde balans van specifieke lichaamslocaties. Omdat verschillende lichaamslocaties diverse omgevingen verzorgen, groeien op deze verschillende plaatsen van ons lichaam allerlei soorten bacteriën die zich goed voelen in die bepaalde condities. Denk maar aan het vochtig en warm milieu in de mond of de droge en zuurstofrijke plaats van onze armhuid bijvoorbeeld.

Laat dat nu hetgeen zijn waar we gebruik van willen maken voor microbiële vingerafdrukken. Als elke lichaamslocatie kenmerkende bacteriën bevat dan zou aan de hand van de microbiële vingerafdruk uit een spoor bepaald kunnen worden van welke lichaamslocatie het spoor afkomstig is (in theorie). Microbieel DNA is veel robuuster dan menselijk DNA omdat bacteriën voorzien zijn van een stevige celwand die het DNA beschermt tegen allerlei invloeden zoals warmte, vochtigheid, enzovoort. Hierdoor zou microbieel DNA veel langer aanwezig kunnen zijn dan menselijk DNA en is het een betrouwbare en goede bron aan informatie.

Naast informatie over de oorsprong van een spoor kunnen microbiële vingerafdrukken nog een stapje verder gaan. Ze zouden ons informatie kunnen geven over wat er zich nu juist heeft afgespeeld. Als een slachtoffer bijvoorbeeld een verklaring aflegt over ongewenst kussen of bijten maar er uitwendig niets te zien is, zou een huidstaal van die bepaalde locatie meer duidelijkheid kunnen verzorgen. Als dit huidstaal specifieke bacteriën bevat die kenmerkend zijn voor speeksel, zou dit de verklaring van het slachtoffer mee kunnen ondersteunen. Maar ook verstoringen in microbiële gemeenschappen zouden informatie kunnen geven over bepaalde handelingen. Als bijvoorbeeld zou kunnen aangetoond worden dat het vaginale microbioom verstoord is ten gevolge van vaginale penetratie, kan dit een belangrijke factor zijn in het onderbouwen van een zaak.

GeneDoe alias Isala-junior

Zoals ondertussen wel duidelijk is, ligt er enorm veel potentieel verscholen in het menselijke microbioom. Daarom was het belangrijk om een goed uitgestippeld plan op te stellen om zo veel mogelijk uit dit jaar te kunnen verkrijgen. Het heeft ons dan ook een heel semester gekost, verschillende interne en externe meetings om tot het finaal plan te komen. Maar wat een plan!

Eigenlijk mocht ik samen met mijn begeleider Sarah Ahannach een mini-Isala versie opzetten, waarvoor we opzoek gingen naar 11 enthousiaste, gezonde vrouwen die hun steentje wilden bijdragen aan een onderzoek naar seksueel geweld. En of we ze gevonden hebben! Zoals bij Isala, maakten we customized self-sampling kits die zij gebruikten voor verschillende vaginale, huid en speeksel swabs (you all know the drill) maar daarnaast droegen ze een week lang, dagelijks een nieuwe onderbroek waarbij zij zich aan een strikte planning van al dan niet seksuele betrekking hielden.

Alle stalen die we in ontvangst mochten nemen werden volgens een strikte planning verwerkt. Elk staal had een specifiek doel. Daarbij gingen we bijvoorbeeld stalen met elkaar mengen, stalen aanbrengen op textiel om deze bloot te stellen aan verschillende tijdstippen, stalen verdunnen, enzovoort. Long story short: verschillende forensisch relevante situaties werden nagebootst in het labo en voor elk staal werd dan een stappenplan doorlopen om hier het microbieel DNA uit te halen en de aanwezige bacteriën te kunnen analyseren.

De onderbroek als gouden informatiebron

Yes, jullie lazen het hierboven echt: we ontvingen een week lang, dagelijks, gedragen onderbroeken van alle GeneDoe-deelneemsters. Deze onderbroeken waren ons stukje goud van het GeneDoe project. Hiermee konden we een week lang het vaginale microbioom in het ondergoed opvolgen maar vooral nagaan wat nu de verschillen en/of gelijkenissen zijn met vaginale swabs en wat de invloed is van seksuele betrekking op het vaginale microbioom. Dagelijks gingen we met de ontvangen stalen naar het Forensisch DNA laboratorium in het UZA, onder leiding van Dr. Els Jehaes (lees zeker haar inspirational blog over vrouwen in de wetenschap!). Daar hadden we de eer om gebruik te maken van hun faciliteiten om de onderbroeken aan een kort forensisch onderzoek te onderwerpen. Hierbij lag de focus op het al dan niet detecteren van Prostaat-Specifiek Antigen (PSA), een parameter die gebruikt wordt voor het vaststellen van aanwezigheid van sperma. Onze grootste nieuwsgierigheid was hierbij of we de aanwezigheid van PSA even lang, langer of minder lang zouden kunnen vaststellen dan verstoringen in het vaginaal microbioom, ten gevolge van seksuele betrekking.

Onderbroek met hoofdletter O

Merkwaardig genoeg, stelden we vast dat het microbioom in de onderbroeken veel variabeler is dan op de vaginale swabs. De vaginale swabs van onze deelneemsters werd bijna altijd gedomineerd door één soort bacterie en meestal was dat een melkzuurbacterie. De onderbroeken bevatten veel meer verschillende soorten bacteriën. Dit zou verklaard kunnen worden omdat de onderbroek 24 uur gedragen werd terwijl een vaginale swab slechts een momentopname is. Daarnaast zijn er nog een heleboel factoren die kunnen bijdragen aan de hogere variabiliteit in de onderbroeken, denk maar aan de aanwezigheid van huid microbioom, urine, fecaal microbioom, enzovoort.

Het forensisch onderzoek van de onderbroeken toonde de hardnekkige aanwezigheid van PSA aan na seksuele betrekking. Alle deelneemsters wisselden telkens na 24 uur van onderbroek en namen een douche of bad en toch kon 34 uur na seksuele betrekking PSA gedetecteerd worden, dat betekent: zelfs al verwisselt men het ondergoed en neemt men een douche, kan de aanwezigheid van sperma nog aangetoond worden na 34 uur! Dit kan van enorm belang zijn wanneer een slachtoffer zich niet meteen aanmeldt na een verkrachting.

Na deze waardevolle PSA resultaten waren we erg benieuwd naar het vaginale microbioom. Daar waar we ervan uitgingen dat het vaginale microbioom sterk verstoord zou worden door vaginale penetratie, bleken de krijgers van onze vaginale holte robuuster dan verwacht! In de eerste analyses werden geen grote verstoringen waargenomen in het vaginale microbioom maar wel kleine, subtiele veranderingen bij de meeste deelneemsters. Kleine veranderingen die sterker geobserveerd werden in de onderbroeken dan op de vaginale swabs zetten nogmaals de waarde van de onderbroek in de verf. Daarnaast zagen we ook dat deze kleine verstoringen niet enkel de dag na seksuele betrekking aanwezig waren maar aanwezig bleven over de periode waarin onze deelneemsters opgevolgd werden.

We gingen daarnaast ook nog een stapje verder. Niet alleen gingen we kijken naar welke veranderingen plaatsvinden in het vaginale en onderbroek microbioom na seksuele betrekking maar ook wat de invloed is van tijd wanneer deze onderbroeken en vaginale swabs worden blootgesteld aan kamertemperatuur voor een bepaalde duur. In zaken van seksueel geweld is 72 uur een gouden standaard geworden. Er wordt aangenomen dat afname van vaginale swabs nog nuttig kan zijn voor humane DNA analyse tot 72 uur na het misdrijf. Wij gingen na of het microbioom ook deze standaard zou kunnen volgen en of de microbioom analyses die we meteen uitvoerden bij ontvangst van de stalen, overeen kwamen met analyses die pas na 72 uur werden uitgevoerd. En goed nieuws! Er bleken maar weinig veranderingen waarneembaar tussen de onmiddellijke analyse en de blootgestelde stalen. Dit betekent dus dat microbioom analyse ook bruikbaar zou kunnen zijn wanneer een slachtoffer zich niet meteen aanmeldt.

We zijn nog lang niet klaar

Deze studie was een eerste aanzet naar het ontdekken van het potentieel van microbioom analyse in seksueel geweld zaken. De resultaten waren veelbelovend en onthullen alleen maar meer nieuwsgierigheid naar de eindeloze mogelijkheden. Verder en meer uitgebreid onderzoek is essentieel maar ik ben er zeker van dat het hier niet stopt. “No means no” en als jonge vrouw kan ik alleen maar aanmoedigen dat dit soort onderzoek verder plaatsvindt en hopelijk zijn weg vindt naar toepassingen in de realiteit.

Momenteel worden op alle verzamelde data van het GeneDoe project nog diepgaandere bio-informatische en statistische analyses uitgevoerd om alle waardevolle informatie optimaal te kunnen gebruiken en de correcte conclusies te trekken. Hiermee gaan we dan aan de slag om een wetenschappelijk manuscript te schrijven en de waardevolle, eerste besluiten van het GeneDoe project de wereld in te sturen als een primeur wat betreft onderzoek naar invloeden  van seksuele betrekking op gedragen ondergoed. Dit manuscript zal dan een zogenaamde peer review ondergaan, dit wil zeggen dat verschillende internationale experten in het vakgebied het onderzoek zullen beoordelen. And last but not least gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Stay tuned voor onze update hierover

Het onderbroekenmeisje
Mijn naam is Jana Hiers, zoals me onlangs werd meegedeeld ga ik ondertussen bij sommigen door het leven als ‘het onderbroekenmeisje’. Ik studeer biomedische wetenschappen, master afstudeerrichting forensische wetenschappen, aan de KU Leuven. Gebeten door de combinatie wetenschappelijk onderzoek en de forensische wereld, viel mijn oog op het GeneDoe onderwerp als thesis topic en kwam ik in contact met het Lebeerlab . Nog niet goed wetende wat ik juist kon verwachten van mijn thesisjaar werd mij aangeboden om vorig jaar tijdens de zomermaanden aan de slag te gaan als jobstudent. Daarvoor mocht ik meehelpen met het voorbereiden van alle Isala pakketjes samen met vijf andere jobstudenten en het hele team van het Lebeerlab, voor deze de wijde wereld ingestuurd werden. Dit was een eerste kennismaking met het labo, de sfeer en de mensen waar ik mijn volgend jaar zou mee doorbrengen voor het schrijven van mijn thesis. Het afgelopen jaar heb ik met veel plezier mij volledig gegeven voor het GeneDoe project en met succes mijn thesis afgerond. Omdat ik het al bijna niet zou kunnen missen, werkte ik ook deze zomer enkele weken als jobstudent in het Lebeerlab. Nu zit het er definitief op en met een klein hartje vertrok ik enkele weken geleden voor de laatste keer uit het labo. Het GeneDoe project wordt zeker niet in de kast opgeborgen want er staan nog super interessante plannen op de agenda binnen het doctoraatsproject van Sarah Ahannach. Zo staat er al een volgende master studente al klaar om hier verder mee aan de slag gaan en mag ze op haar beurt de fantastische sfeer in het Lebeerlab opsnuiven. Ik ben er zeker van dat ze dit geweldig zal doen. Mijn taak zit erop en het uit handen geven is eveneens met een klein hartje maar vol trots, nieuwe kennis en ervaringen ga ik volgende avonturen tegemoet. Ik kan alleen maar voldoening halen uit het feit dat ik mijn steentje aan Isala en GeneDoe heb kunnen bijdragen.

Onderbroekenmeisje over and out

Wat kan je doen als je slachtoffer bent geweest van seksueel geweld? Maar ook als je twijfelt!

Op deze nationale website kan je meer informatie terugvinden over seksueel geweld, wat je kan doen en dat je hier zeker niet alleen door moet. Allemaal met het grootste respect voor jouw privacy:

  • Je kan het noodnummer 106 voor steun dag en nacht anoniem bellen
  • Je kan praten met professionele medewerkers op 1712 (op werkdagen 9u – 17u)
  • Je kan chatten met een medewerker
  • Je kan een afspraak maken met een Zorgcentrum Seksueel Geweld

Op de website van Sensoa vzw vind je meer informatie over grensoverschrijdend gedrag, wat je kan doen en wie je kan contacteren.