Heeft het Isala team een interessante route op het oog om vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld te helpen? Absoluut!
Zelfs iconische personages van bekende detective- en politie-reeksen zouden het niet kunnen bedenken. Wij bij Isala zijn er echter van overtuigd dat beha’s een waardevolle bron van informatie kunnen zijn in de rechtszaal. En ja, beha’s worden al vaak verzameld als bewijsmateriaal tijdens het lichamelijk onderzoek na een verkrachting, maar helaas worden ze niet altijd ten volle benut in het daaropvolgende juridische proces. Daar hoopt het Isala team nu verandering in te brengen. Lees snel verder! 🙂
CSI: microbioom editie

Bij een verkrachting of een andere zaak van seksueel geweld is biologisch bewijsmateriaal erg belangrijk. Met bewijsmateriaal bedoelen we klassiek DNA, bloed, huidcellen, sperma, enzovoort. Dit kan verzameld worden op de plaats delict of van het lichaam van het slachtoffer. Het grote nadeel bij dit soort bewijsmateriaal is dat het zeer gevoelig is voor temperatuur, zuurtegraad en de activiteit van bacteriën en andere levende organismen zoals dieren. Daarnaast moet het in grote hoeveelheden aanwezig zijn om betekenisvol onderzoek uit te kunnen voeren. Na seksueel geweld doucht het slachtoffer zich vaak na de feiten, waarmee de hoeveelheid biologisch bewijsmateriaal gewoonlijk snel afneemt. Bovendien is het afnemen van stalen na seksueel geweld (de Seksuele Agressie Set) een enorm ingrijpend proces voor het slachtoffer. Met andere woorden, we moeten op zoek gaan naar een nieuwe soort van biologisch bewijsmateriaal dat iets stabieler is, maar minstens even betrouwbaar. Wij bij Isala geloven dat bacteriën hierop mee het antwoord kunnen bieden!
Zoals eerder toegelicht in de blog van Sarah Ahannach die ze schreef tijdens haar doctoraat, en in die van mijn voorganger Jana tijdens haar master thesis, kunnen we de samenstelling van micro-organismen die op verschillende plaatsen in het lichaam aanwezig zijn gebruiken als een microbiële vingerafdruk. Dit betekent dat we in theorie gebruik kunnen maken van een paar typische bacteriën om de oorsprong van een staal te bepalen. Zo zouden we kunnen onderzoeken welke acties er nu juist plaatsvonden en hierdoor het verhaal van het slachtoffer kunnen bevestigen of ontkrachten. Dat is een hele boterham maar we nemen je stap voor stap mee in onze werkwijze!
Een voorbeeld: een slachtoffer van ongewenste seksuele aanrakingen meldt zich aan het Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) in Edegem. Zij verklaart dat er in haar borsten gebeten werd, maar er is geen tand-afdruk zichtbaar. Door een swab af te nemen van de borsthuid zouden we (in theorie) de unieke microbiële vingerafdruk van het speeksel van de dader kunnen detecteren en zo haar verhaal bijstaan.
Beha’s als reservoir van bacteriën
We vinden bacteriën niet enkel terug op het menselijk lichaam, maar ook op textiel en andere oppervlakken. Ook onze kleding, waarmee we een hele dag in contact komen, heeft een eigen verzameling bacteriën (of een microbioom). Zo kan je je waarschijnlijk wel voorstellen dat een beha in zeer nauw contact komt met je lichaam en dus een rijke bron aan bacteriën is. In geval van ‘verstoring’ van het borst microbioom (door aanrakingen, kussen of bijten door een ander persoon) kan het microbioom van de beha ook veranderen. Dat zou betekenen dat we mede dankzij de beha van een slachtoffer van seksueel geweld kunnen achterhalen wat er exact gebeurd is.
Het knippen van beha’s voor de wetenschap
Hiervoor moeten we eerst in kaart brengen welke bacteriën zich doorgaans op de borsten en beha bevinden. Zo kunnen we later eventuele verstoringen hopelijk gemakkelijker detecteren. Maar hoe begin je daaraan? Wel, we vroegen verschillende vrouwen om een specifieke beha te dragen gedurende enkele dagen en swabs af te nemen van hun borsthuid en tepels. De swabs werden vervolgens geanalyseerd in het Isala labo om zo een goed beeld te krijgen van bacteriën die standaard aanwezig zijn of anders uitgedrukt: we schetsten de ‘achtergrond’ in normale omstandigheden.
De microbiële samenstelling van de beha werd vervolgens vergeleken met die van de tepel en de borsten. Zo konden we inschatten welke bacteriën er van de borsten naar de beha zijn overgebracht en welke van beha naar borsten. Daarnaast keken we ook naar de verschillen van microbioom tussen de beha’s van verschillende vrouwen.

Seksueel geweld, een aanhoudend probleem
Seksueel geweld is en blijft een zeer groot probleem in onze maatschappij. Uit de meest recente cijfers van het ZSG blijkt dat er zich gemiddeld 131 slachtoffers per maand melden. Dit cijfer schiet echter tekort om de daadwerkelijke prevalentie van seksueel geweld weer te geven, aangezien tot 90% van de verkrachtingen niet worden gerapporteerd. Gevoelens van schaamte, schuld en een gebrek aan vertrouwen in het rechtssysteem behoren tot de belangrijkste redenen waarom slachtoffers ervoor kiezen om het misdrijf niet te melden. Dit wantrouwen wordt in de hand gewerkt door het lage percentage vervolging, waarbij 53% van alle verkrachtingszaken in België wordt geseponeerd.
Maar waarom worden er nu zo veel zaken geseponeerd? Dit heeft onder andere te maken met de lage beschikbaarheid van betrouwbaar bewijsmateriaal. In heel wat zaken komt het neer op een ‘woord tegen woord’ verhaal door een tekort aan bewijsmateriaal. Dit gapend gat probeert het Isala team in het GeneDoe project op te vullen. Je herkent het dochterproject van Isala misschien nog uit vorige blogs, maar we geven je hoe dan ook heel graag een korte samenvatting, onder andere door gebruik te maken van beha’s en de bacteriën die erop aanwezig zijn!
Het GeneDoe Project
GeneDoe is het forensische dochterproject van Isala, opgericht door Sarah Ahannach tijdens haar doctoraat. De voornaamste missie is het aanpakken van het dark number van niet-gemelde verkrachtingen. Hoe? Door gebruik te maken van verschillende wetenschappelijke technieken. De traditionele methoden voor DNA- en vingerafdruk-identificatie schieten tekort bij het leveren van betrouwbaar bewijsmateriaal. In het GeneDoe-project benutten we state-of-the-art microbioom analyses als aanvulling op het bestaande bewijsmateriaal.
Door gebruik te maken van ‘mock-crime scenes’ simuleren we op gecontroleerde wijze omstandigheden die zich kunnen voordoen in een zaak van seksueel geweld. Zo verzamelen we stalen van een nagebootst misdrijf om onze hypothesen te testen. In een eerdere studie bijvoorbeeld vroegen we vrijwilligers om seks te hebben met hun partner, waarna ze ons vaginale swabs gaven voor verder onderzoek. Microbioomprofielen werden opgesteld om te onderzoeken of we verschillen in het microbioom konden detecteren voor en na het seksuele contact. Over het algemeen geldt dat hoe meer stalen we kunnen verzamelen van verschillende mensen en lichaamslocaties, hoe beter we in staat zijn om nauwkeurige voorspellingen te doen. Dit komt doordat er heel wat variatie bestaat tussen personen en omstandigheden.
Kortom: met verbeterde forensische technieken streven we naar gerechtigheid voor slachtoffers van seksueel geweld en een veiligere samenleving. Dankzij wetenschap en innovatie willen we dit maatschappelijke probleem aanpakken en een wereld van gerechtigheid en veiligheid creëren.
Wat hopen we te bereiken?
Bewijsmateriaal verzamelen in zaken van seksueel geweld is moeilijk en vaak ook zeer ingrijpend voor het slachtoffer in kwestie en de bredere maatschappij. Door gebruik te maken van kledingstukken, zoals de beha, om stalen af te nemen, zouden we een bijkomend stuk bewijsmateriaal kunnen voorleggen dat een licht kan schijnen op de activiteiten die plaatsvonden. Zo hopen we in de toekomst heel wat vrouwen bij te kunnen staan die slachtoffer werden van seksueel geweld, wat nog veel en veel te vaak voorkomt. Hoe goed zou dat zijn, dat we hen op die manier kunnen ondersteunen! 🙂

Wie ben ik?
Hey! Ik ben Sarah Van den Bosch, master student bio-ingenieurswetenschappen aan de Universiteit Gent. Tijdens mijn bachelorproject in het Isala labo ontdekte ik mijn fascinatie voor onderzoek naar de gezondheid van vrouwen en microbiologie. Ik had het geluk om Dr. Sarah Ahannach, de oprichtster van het GeneDoe-project, als één van mijn begeleiders te hebben. Sarah bracht me in contact met baanbrekend onderzoek naar het gebruik van microbiologie in verkrachtingszaken. Vanaf dat moment was ik verkocht.
Mijn doel is simpel maar krachtig: ik wil bijdragen aan een wereld waarin vrouwen die het slachtoffer werden van seksueel geweld de steun en gerechtigheid krijgen die ze verdienen. Mijn masterthesis is een stap in die richting. Ik hoop dat onze resultaten niet alleen individuen helpen, maar ook een bron van kennis en inspiratie vormen voor toekomstige studenten en onderzoekers. Want samen kunnen we nog meer inzichten krijgen en impact maken!
Laten we streven naar een wereld van vooruitgang, met rechtvaardigheid en empowerment!