Samen met Isala naar een inclusievere wetenschapswereld

Aan de start van mijn master Communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen konden we uit tientallen onderwerpen kiezen om onze thesis rond op te bouwen. Eén onderwerp schoot er voor mij uit, een vraag vanuit de onderzoeksgroep van prof. Sarah Lebeer over het Isala project. Zoals jullie misschien wel weten, zocht het Isala team 200 participanten en kregen ze onverwachts 5526 enthousiaste registraties. Onverwachts, omdat ze in de eerste instantie de oproep hadden opengesteld voor iedereen zonder zich te richten naar specifieke groepen. Voor hun communicatiestrategie deed het microbiologische onderzoeksteam beroep op onder andere  Studio MariaProf. Charlotte De BackerDr. Caroline Masquiller, huisarts Prof. Veronique Verhoeven, gynaecoloog Prof. Gilbert Donders, het UAntwerpen communicatieteam, Sensoa & het Provinciaal Instituut voor Hygiëne. Ondanks deze diverse adviseurs merkten ze dat er toch nog meer kan worden ingezet op het bereiken van een inclusieve groep participanten. Omdat ook diversiteit enorm belangrijk is in gezondheidsonderzoek en zeker in het onderzoek naar het vaginale microbioom. Isala-collega Sandra Condori schreef hier eerder al een blogpost over: “Er zijn wel degelijk verschillen tussen vaginale microbiomen van vrouwen uit andere continenten”.  Onderzoek heeft er dus alle belang bij om diverse groepen uit de maatschappij te vertegenwoordigen.  

“Een eerste stap in inclusief communiceren is dat een onderzoeksgroep zich bewust is van de diversiteit van de maatschappij.”

Laura Van Dyck

Ik nam zelf deel aan Isala als een witte jonge vrouw en bleek daarbij deel uit te maken van de grootste groep vrouwen die aan het project deelnam. De Isala deelneemster had een gemiddelde leeftijd van 31 jaar tegenover een gemiddelde leeftijd van 41 jaar in Vlaanderen. Daarnaast bleek dat 93% van de respondenten hun ouders de Belgische origine te hebben. Deze cijfers zijn zeker niet slecht maar als je Isala intussen al een tijd volgt, weet je dat ze altijd voor beter gaan. Aangezien 20% van de Belgen een migratieachtergrond heeft, zijn er nog wel wat extra procenten nodig om op dit vlak meer representatief te zijn. Omdat ik dus tot de grootst vertegenwoordigde groep van het Isala project val, leek het mij enorm interessant om te onderzoeken hoe andere groepen van vrouwen hier tegenover staan. Ik besloot dan ook samen met mijn promotor Prof. Charlotte De Backer om diepte-interviews te doen met vrouwen uit minder vertegenwoordigde groepen. Omdat het niet echt mogelijk was om met 100den vrouwen te interviewen voor mijn thesis -zeker niet in Corona tijden- besloot ik samen met het team en na analyse van de data, verder kwalitatief onderzoek uit te voeren met vrouwen met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond. Waarom deze twee groepen? Wel, zij zijn in Vlaanderen de twee grootste groepen uit andere continenten en maken een belangrijk deel uit van de Vlaamse bevolking.  

Acht maanden later is mijn thesis ingeleverd en vat ik hier samen welke tips ik nu in de toekomst zou geven aan onderzoeksteams zoals Isala om zo inclusief mogelijk te communiceren over hun onderzoek. 

1. Bewustzijn 

Een eerste stap in inclusief communiceren is dat een onderzoeksgroep zich bewust is van de diversiteit van de maatschappij. België maar ook vele andere landen bestaan uit verschillende groepen door historische en recente migratiegolven. Ook biologische en sociologische kenmerken zorgen ervoor dat een bevolking op te splitsen is in verschillende categorieën. Vrouwen en mannen, jongeren en ouderen, rijken en armen, … De tegenstellingen zijn nu quasi oneindig en dat is wat een samenleving des te interessanter maakt. Je hiervan bewust zijn als vaak geprivilegieerde onderzoeker is al een eerste grote stap om inclusiever te communiceren. 

2. Vertrouwen 

Uit mijn onderzoeksdata kwam naar voor dat er binnen de Turkse en Marokkaanse gemeenschap veel waarde wordt gegeven aan vertrouwen. Het is dus van belang om te communiceren via kanalen die reeds vertrouwd zijn voor de gewenste respondenten. Hier bij Isala kan bijvoorbeeld een huisarts een rol spelen om de vrouwen te betrekken bij het onderzoek. Daarnaast kan het ook helpen om mensen die tot de doelgroep behoren in de communicatie te betrekken, om een vertrouwensband te creëren. 

3. Taal 

Ook taal bleek een factor die naast duidelijkheid kan helpen om vertrouwen te scheppen. Zelfs perfect tweetalige vrouwen bleken belang te hechten aan hun moedertaal en het zou daarom een meerwaarde zijn om in meerdere talen te communiceren. Zo bereik je vrouwen die je anders zou verliezen door de taalbarrière en geef je aan dat je belang hecht aan hun deelname. Echter moet bij het vertalen van deze communicatie wel meer worden gedaan dan letterlijk teksten vertalen. Culturele elementen zoals bijvoorbeeld vertrouwen kunnen meegepakt worden in deze vertalingen om de boodschap beter over te brengen. 

4. Taboe 

Een van de grootste ervaren barrières voor de bevraagde vrouwen bleek het taboe van het onderwerp. Binnen de Turkse en Marokkaanse huiselijke sfeer, wordt er door sommige ongehuwde vrouwen niet gemakkelijk gepraat over onderwerpen zoals de vagina. De begrippen kuisheid en maagdelijkheid zijn voor jonge vrouwen van groot belang en het is dus ook relevant om hier gepast over te communiceren. Door gepast te communiceren over de invloed van deelname aan Isala op hun maagdelijkheid kan deze drempel al verlaagd worden. Ook hier is het dus belangrijk gebleken om voldoende uitgebreid te communiceren zodat de vrouwen voldoende info hebben om hun handelingen op af te stemmen. 

5. Subtiliteit 

Een laatste aspect dat uit mijn masterproef als belangrijk aandachtspunt naar boven kwam is de subtiliteit van de communicatie. Zeker bij een eerder gevoelig onderwerp is enige discretie op zijn plaats. Uit de data bleek dat de subtiliteit van het Isala logo uitermate werd geapprecieerd: het is subtiel zonder het (taboe) onderwerp per se te willen mijden. Exact hoe het hoort te zijn dus! 

Het goede (en belangrijke) nieuws is dus dat deze groep zeker te bereiken is voor (gevoelig) wetenschappelijk onderzoek. Als je bovengenoemde factoren toepast zal je ongetwijfeld al een stap dichter staan bij het bereiken van ondergerepresenteerde doelgroepen. Waar wetenschappers misschien snel de conclusie trekken dat het te veel tijd zal kosten om alle groepen uit de samenleving te bereiken, kan het zeker de moeite lonen om hier toch voldoende aandacht aan te besteden. Zo gaan we met ons allen voor een maatschappij waar iedereen een gelijke stem heeft.  

We kijken er daarom naar uit om dit onderzoek in de toekomst te gebruiken en zo andere ondergepresenteerde groepen in de maatschappij te bereiken. We hebben Isala ook uitgebreid naar Zuid-Amerika, meer specifiek in Peru. Samen met de Peruviaanse onderzoekers van de kust, berg en amazone regio’s, willen we het vaginale microbioom van Peruviaanse vrouwen onderzoeken. 

Wil je meer weten over inclusief communiceren in de dagdagelijkse wereld? Lees dan zeker het boek ‘Inclusieve communicatie’ van Hanan Challouki. Zij is experte in haar vak en weet als geen ander de ins en outs van communiceren voor een breed en inclusief publiek.